Cookies 🍪

Deze site gebruikt cookies waar we je toestemming voor nodig hebben. Meer informatie

Doorgaan naar content
Verhalen

Stroomopwaarts succesvol in jongerenbeleid: ‘Behandel jongeren zoals je zelf behandeld wil worden’

Werk & Inkomen

Gepubliceerd op: 20 mei 2024 | Laatste update: 29 augustus 2024

Stroomopwaarts. Onder die bij de geografie van het verzorgingsgebied passende naam levert het participatiebedrijf van de gemeenten Schiedam, Vlaardingen en Maassluis een bijzondere prestatie: terwijl de instroom van jongeren bijna overal (zorgwekkend) toeneemt, is het aantal bijstandsafhankelijke jongeren hier relatief beperkt. Het geheim? Bij Stroomopwaarts kennen ze hun pappenheimers door en door en worden ze bij het eerste teken van uitval stevig bij de hand genomen. Om ze pas los te laten als ze een passende plek hebben op de arbeidsmarkt of in het onderwijs.

De drie gemeenten waarin Stroomopwaarts actief is, zijn samen goed voor net iets onder de 200 duizend inwoners. Onder de inwoners van het gebied komen armoede en laaggeletterdheid bovengemiddeld vaak voor. De Randstedelijke problematiek is nooit ver weg, zeggen Helene de Jong en Joyce van Geest. Helene is unitmanager inkomen, schuldhulpverlening, armoede en participatie bij Stroomopwaarts, Joyce jongerenconsulent. Beiden zijn vanaf de start van Stroomopwaarts in 2015 betrokken bij de opzet en uitvoering van het jongerenbeleid van dit participatiebedrijf. De Divosa Benchmark Werk & Inkomen laat zien dat die aanpak significant succes oplevert.

In het gesprek hierover met Helene en Joyce valt op dat ze elkaar continu aanvullen en zelfs elkaars zinnen afmaken. Dat ze elkaar zo gemakkelijk vinden is een kracht van de organisatie als geheel, denkt Joyce: ‘We kennen elkaar allemaal heel goed en de lijntjes zijn écht kort. Natuurlijk doet iedereen z’n eigen stukje, maar elke overdracht is warm en we weten heel goed van elkaar waar we mee bezig zijn. Dat draagt bij aan de kracht  van onze jongerenaanpak.’ Helene vult aan: ‘Het leidt er bijvoorbeeld toe dat de jongeren altijd in beeld blijven en nooit gaan zweven!’

Samenstelling bijstandsbestand

Fors investeren in netwerk

De Stroomopwaarts-aanpak van jongeren kenmerkt zich door een directe en persoonlijke aanpak vanaf de start – en liefst nog iets daarvóór. Helene: ‘We hebben de afgelopen tien jaar fors geïnvesteerd in ons netwerk in het onderwijs, het bedrijfsleven en de hulpverlening. Daardoor hebben we jongeren waarmee we van start gaan ook echt iets te bieden. We hebben bijvoorbeeld sterk ingezet op het ontwikkelen van allerlei trajecten en begeleiding, waarmee we jongeren op andere manieren dan via scholen helpen aan praktijkervaring en certificaten. Daarmee kunnen ze de stap maken richting werk.’

Joyce pakt over: ‘We kijken altijd samen met de jongere wat een passende vervolgstap is. Liefst natuurlijk richting opleiding of werk, maar het kan óók betekenen dat we ze helpen met het aanvragen van een uitkering. En dan kijken we van daaruit verder, uiteraard vanuit onze visie dat iedereen op zijn manier kan bijdragen en dat werk de beste zorg is. Het belangrijkste is: we laten ze niet los.’

Als consulenten volgen we de jongeren nauwlettend, ook als ze in een traject zitten. Dan zijn we er op tijd bij als ze uit dreigen te vallen.

- Joyce van Geest, jongerenconsulent bij gemeente Stroomopwaarts

Beroepentuin

Met tal van partijen in de arbeidsmarktregio Rijnmond wordt eraan gewerkt om jongeren zonder beroepskwalificaties voor te bereiden op een loopbaan met perspectief. Zorg, techniek en logistiek zijn sectoren waar de meeste jongeren uiteindelijk hun plaats vinden. Deels pakt Stroomopwaarts de praktische voorbereiding op de arbeidsmarkt zelf op.

Joyce: ‘Om ze kennis te laten maken met de praktijk, hebben we bijvoorbeeld een beroepentuin ingericht in één van de hallen van ons werkleerbedrijf. Daar kunnen ze bijvoorbeeld leren om zonnepanelen of vloerverwarming te leggen of laadpalen te installeren – duurzame beroepen, waar nu veel vraag naar is. In acht weken kunnen ze een certificaat halen waarmee ze heel praktisch van start kunnen. Als er daarnaast andere problemen zijn, bijvoorbeeld problematische schulden, dan zoeken we daar tegelijk ook een oplossing voor.’

Joyce van Geest en Helene de Jong

Oppakken vóór ze uitvallen

Eén van de troeven in de jongerenaanpak door Stroomopwaarts is de nauwe samenwerking met de in het verzorgingsgebied dominante Lentiz Onderwijsgroep en het Albeda College. Lentiz, bijvoorbeeld,  biedt met veertien vestigingen onderwijs van vmbo tot en met mbo. Het aanbod van deze onderwijsgroep is, waar nodig, aangepast aan wat in de regio nodig is. Zo zijn er bijvoorbeeld speciale klassen voor jonge moeders en zijn er schakelklassen naar het beroepsonderwijs ingericht voor statushouders en andere inburgeraars.

Stroomopwaarts heeft goede afspraken met de scholen in de omgeving: jongeren die uit dreigen te vallen, worden tijdig in contact gebracht met het participatiebedrijf. Helene: ‘Die pakken we dus al op vóórdat ze uitvallen. Als de zorgcoördinatoren van school of de mentoren jongeren in het vizier hebben die hun diploma niet kunnen halen, dan dragen ze die warm over aan een van onze jongerenconsulenten. Dan kijken we meteen of er voor de jongere een passende plaats is, bijvoorbeeld binnen ons werk- en leerbedrijf of in trajecten hier in de regio. Ze halen dan misschien niet een regulier diploma, maar zetten wél stappen naar het behalen van benodigde certificaten. Of ze doen praktijkervaring op.’

De inzet hierbij is een naadloze overstap, dus zonder dat jongeren een uitkering nodig hebben. Als er bijvoorbeeld een paar maanden te overbruggen zijn vóór de start van een opleiding, dan stuurt Stroomopwaarts erop aan dat de jongeren in de tussentijd een vakantiebaantje nemen. Joyce: ‘Als consulenten volgen we de jongeren nauwlettend, ook als ze in een traject zitten. Dan zijn we er op tijd bij als ze daar ook dreigen uit te vallen en kunnen we snel kijken of er andere stappen naar werk mogelijk zijn.’

Passie voor jongeren

Jongeren die terechtkomen bij Stroomopwaarts hebben meestal al het een en ander achter de rug  en lopen – zacht gezegd – niet meteen over van het vertrouwen in instanties. De Stroomopwaarts-medewerkers die in direct contact met ze staan, hebben hier een scherp oog voor.

Joyce: ‘De jongeren die ik spreek staan meestal sceptisch ten opzichte van overheidsinstellingen als de gemeente en hebben niet altijd het gevoel dat er naar ze geluisterd wordt. Daarin proberen we eigenlijk vanaf het begin het verschil te maken, door ze op hun gemak te stellen en samen verder te kijken dan alleen die vraag om een uitkering. We kijken ook op welke andere vlakken er hulp nodig is en leveren daar waar het maar kan maatwerk.’

De Stroomopwaarts-consulenten winnen zo stap voor stap het vertrouwen, maar daar is wel méér voor nodig dan alleen het navolgen van procesafspraken, merkt Joyce op: ‘In de gesprekken met al mijn collega’s merk ik op iedereen een echte passie heeft voor de jongeren waarmee we werken.’ Helene bevestigt dat en vult aan: ‘Daaruit volgt dat je de jongeren behandelt, zoals je zelf behandeld zou willen worden. Zo bouwen we aan het onderlinge vertrouwen dat nodig is om samen stappen te zetten.’