Van cijfertjes naar keuzes
Een goed voorbeeld daarvan is het jaarlijkse managementgesprek, waar Benchmark-gebruikers worden bijgepraat door experts van BMC, Divosa en Stimulansz. Koen: ‘Ik nodig daarvoor bewust veel collega’s uit – van het managementteam tot teamleiders en beleidsadviseurs. Soms zitten er wel vijftien mensen aan tafel. We kijken samen naar de cijfers van beide benchmarks. Het mooie is: iedereen ziet iets anders. Wat opvalt roept vragen op en die bespreken we direct. Het levert energie en inzicht op. Het blijft niet bij data, het wordt een gesprek.’
Hij benadrukt dat de kracht van de Divosa Benchmark zit in de samenhang: ‘Het gaat niet om de indicator sec, maar om het verband. Zie je stijgende kosten? Dan wil je weten of dat komt door het volume of de prijs. Komt er veel instroom in de bijstand? Dan kijk je ook naar uitstroom, naar doorlooptijden, naar arbeidsvermogen. Dat zijn allemaal zaken waar je op kunt sturen. Het is een puzzel, en je moet willen puzzelen.’
Leren van verschillen
WIL Lekstroom bestaat uit vier gemeenten die in grootte, samenstelling en beleid sterk uiteenlopen. Dat maakt onderling vergelijken niet eenvoudig. ‘Nieuwegein is grootstedelijk, Lopik is meer landelijk en heeft een dorps karakter. In armoedebeleid verschillen de regelingen per gemeente: de ene heeft bijvoorbeeld een stadspas, de ander niet. Dat maakt het voor WIL-medewerkers complex: afhankelijk van waar iemand woont, gelden andere regels en voorzieningen.’
Juist in zo’n setting helpt de Divosa Benchmark bij het ontdekken van inconsistenties, blinde vlekken en verbeterpunten. ‘Ik ben altijd benieuwd: doen wij het opvallend anders? En is dat erg? Soms hebben we een verklaring, soms leidt het tot actie. Zo blijven we leren.’
Koen zoekt contact met andere, min of meer vergelijkbare Benchmark-gebruikers als een prestatie opvalt. Ook is Koen een trouwe bezoeker van de benchlearnbijeenkomsten en het jaarlijkse Divosa Benchmark Festival. ‘Je merkt dat we als gemeenten niet bang zijn om kennis te delen. Het gaat er niet om wie het beste scoort. We willen allemaal beter worden.’