Cookies 🍪

Deze site gebruikt cookies waar we je toestemming voor nodig hebben. Meer informatie

Doorgaan naar content

Gepubliceerd op: 23 juli 2025 | Laatste update: 23 juli 2025

In de rapportage ‘Vrouwelijke statushouders’ brengen we cijfers uit de Benchmark Statushouders & Inburgering en het CBS Dashboard Asiel & Integratie over vrouwelijke statushouders samen. Uit de rapportage blijkt dat er op meerdere vlakken duidelijke verschillen tussen mannelijke en vrouwelijke statushouders zijn. Deze verschillen hebben invloed op de begeleiding en ondersteuning die gemeenten moeten bieden.

In deze rapportage kijken we naar de ontwikkeling van de groep statushouders die vanaf 2014 in Nederland is gevestigd. Afwisselend bekijken we de hele groep statushouders onder de Wi2013 of Wi2021. Soms wordt ingezoomd op cohort 2014 of 2019, om trends over meerdere jaren beter in beeld te brengen. Zo blijkt bijvoorbeeld dat 55% van de statushouders uit cohort 2014 na negen jaar  aan het werk is. Bij vrouwen is dit percentage ongeveer 33%, bij mannen 66%. In andere cohorten zien we een vergelijkbare ontwikkeling.

De belangrijkste conclusies uit de rapportage op een rij:

  • Zorg voor kinderen en traditionele rolverdeling als belemmering
    Een groot deel van de vrouwen is alleenstaand ouder, en zorgtaken blijken sterk samen te hangen met een lagere kans op werk. Vooral vrouwen met jonge kinderen blijven langer afhankelijk van een uitkering.

  • Regionale verschillen: steden bieden meer kansen
    In stedelijke regio’s werken vrouwelijke statushouders iets vaker. Het niveau van taalcursussen, evenals de kansen om een goed beeld te vormen tijdens de brede intake, kan in kleine gemeenten minder mogelijkheden bieden. Daarnaast heeft de regionale arbeidsmarkt invloed op de kansen tot arbeidsparticipatie.

  • Meer scholing, maar kleine banen
    Vrouwen volgen vaker onderwijs dan mannen en zijn vaker middelbaar opgeleid. Toch hebben ze vaker kleine banen (0-0,5 fte) en blijft hun financiële positie kwetsbaar.

  • Ondersteuning bereikt vrouwen minder vaak
    Vrouwen krijgen minder vaak re-integratievoorzieningen dan mannen, terwijl zij vaker langdurig in de bijstand blijven. Dat betekent dat gerichte inzet de doelgroep nog onvoldoende bereikt.

Lees de volledige publicatie op de website van Divosa

ga naar divosa.nl (externe link)