Statushouders in de arbeidsmarktregio's
Het aandeel statushouders is in bijna alle arbeidsmarktregio's 11 statushouders op 1000 inwoners. De kenmerken van de groep statushouders verschillen wel per arbeidsmarktregio. In sommige regio's zijn statushouders van bijvoorbeeld Syrische of Eritrese herkomst sterker vertegenwoordigd dan in andere regio's. Ook zijn er verschillen in huishoudsamenstelling, leeftijd en geslacht. Zo wonen in bepaalde arbeidsmarktregio's meer alleenstaanden. Dit zijn vaak regio's met meer jonge statushouders.
Percentage werkende statushouders stijgt verder
Sinds 2018 zien we dat het percentage werkende statushouders steeds verder toeneemt. Deze ontwikkeling zet zich voort in 2022. In december 2022 is 36% van de totale groep statushouders aan het werk. Wel zien we verschillen tussen arbeidsmarktregio’s: het hoogste percentage werkenden in een arbeidsmarktregio ligt op 44%, het laagste percentage ligt op 30%.
In het algemeen zijn statushouders die langer in Nederland verblijven, vaker aan het werk. Mannelijke statushouders zijn vaker aan het werk dan vrouwelijke statushouders (47% versus 21%), maar het aandeel vrouwelijke statushouders dat werkt stijgt sneller dan het aandeel mannelijke statushouders. Het hoogste percentage werkende vrouwelijke statushouders in een arbeidsmarktregio ligt op 26%, het laagste op 16%.
Meer statushouders aan het werk, minder in de bijstand
In samenhang met de toename van het aantal werkende statushouders, neemt het percentage dat in de bijstand zit af. In december 2022 heeft 52% van de statushouders een bijstandsuitkering. Een jaar eerder was dit nog 55%. Het laagste percentage statushouders in de bijstand in een arbeidsmarktregio ligt op 42%, het hoogste op 61%.
Lichte stijging onderwijsvolgende statushouders (18-33 jaar)
In de leeftijdscategorie van 18 tot 33 jaar volgt 27% van de statushouders onderwijs. In 2021 lag dit percentage op 26%. In de categorie van 18 tot 67 jaar is dat 14%. Het percentage onderwijsvolgenden is eind 2022 het hoogst onder statushouders die van 2018 tot 2021 naar Nederland kwamen.
De meeste statushouders (60%) volgen onderwijs op mbo2-mbo4-niveau. Er zijn duidelijke regionale verschillen in het type onderwijs dat statushouders volgen. Zo is het aandeel statushouders dat hbo/wo volgt in arbeidsmarktregio's rondom universiteitssteden duidelijk groter.
Het percentage statushouders dat is geslaagd voor het inburgeringsexamen, vlakt af
Het percentage statushouders dat is geslaagd voor het inburgeringsexamen, vlakt af. Eind 2022 is 47% geslaagd. Eind 2021 was dit 45%. Het hoogste percentage geslaagden in een arbeidsmarktregio ligt op 52%, het laagste op 41%.
In december 2022 heeft 22% van de statushouders een ontheffing van de inburgeringsplicht. Het merendeel van de ontheffingen (93,6%) is verleend vanwege aantoonbaar geleverde inspanningen (AGI). Het laagste percentage ontheffingen in een arbeidsmarktregio ligt op 17%, het hoogste op 31%.