Deelnemers herkennen de bevindingen uit de analyse en identificeren verschillende factoren die deze verschillen kunnen verklaren, zoals culturele rolpatronen, de impact van alleenstaand ouderschap en problemen met kinderopvang. Daarnaast bespreken de deelnemers de initiatieven ondernemen van gemeenten om deze verschillen aan te pakken, bijvoorbeeld door genderbewust beleid en door voorzieningen beter af te stemmen op individuele behoeften van vrouwen. Er is ook aandacht voor de invloed van beleidskeuzes.
Aan het einde van de bijeenkomst wordt het belang van gendersensitief beleid nog eens benadrukt en worden een aantal praktische suggesties door (en voor) de deelnemende gemeenten gegeven.
Voorbeelden
In de bijeenkomst werden verschillende aanpakken en initiatieven toegelicht:
Gerichte voorzieningen voor vrouwen in bepaalde sectoren: Gemeente Zwolle heeft speciale trajecten opgezet voor vrouwelijke statushouders die belangstelling hebben voor beroepen in sectoren zoals de kinderopvang en zorg. Deze trajecten zijn afgestemd op hun behoeften en bieden bijvoorbeeld werkervaring en opleidingen die relevant zijn voor deze sectoren. Dit initiatief speelt in op de motivatie van vrouwen en biedt extra ondersteuning om hen te activeren en te laten participeren.
Culturele en gendergevoelige begeleidingstrajecten: Er werd verwezen naar het project 'Zelfie' in Den Bosch, gericht op arbeidstoeleiding voor vrouwen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt. Dit traject biedt een op maat gemaakte aanpak waarin ook culturele en gendersensitieve benaderingen worden toegepast, wat vooral nuttig blijkt te zijn bij groepen die vaak tegen specifieke barrières aanlopen, zoals culturele verwachtingen en sociale druk.
Specifiek consulententeam voor alleenstaande ouders: In Delft richtte de gemeente een team van consulenten op dat zich specifiek bezighoudt met alleenstaande ouders. Dit team is erop gericht vooroordelen en barrières weg te nemen die deze doelgroep vaak ervaart, en richt zich op het begeleiden van alleenstaande ouders richting werk en participatie. Door de expertise en ervaring binnen dit team te bundelen, kunnen alleenstaande ouders gerichter en effectiever ondersteund worden.
Toegankelijkheid door aanwezigheid in de wijk: Een aanpak van de gemeente Delft omvatte het opzetten van een ontmoetingsplek voor niet-uitkeringsgerechtigden (nuggers) in een winkelcentrum binnen een wijk met veel uitkeringsgerechtigden. Deze plek biedt inwoners de mogelijkheid om vrijblijvend binnen te lopen en informatie of ondersteuning te krijgen bij het vinden van werk. Dit laagdrempelige initiatief zorgt voor een hogere betrokkenheid en motivatie, met als doel om inwoners actief in de arbeidsmarkt te integreren.
Flexibele werkuren en kinderopvangvoorzieningen: Om meer vrouwen de kans te geven te werken, onderzoekt de gemeente verschillende flexibele werkuren die aansluiten bij schooltijden en vakanties, zodat ouders niet vastlopen door kinderopvangproblemen. Door medewerkers bijvoorbeeld meer uren buiten de schoolvakanties te laten werken, kunnen zij tijdens vakanties makkelijker vrij nemen voor de zorg van hun kinderen.
Aanpassen van vacatureteksten en communicatie: In het algemeen bleek er behoefte aan het aanpassen van vacatureteksten die zich minder specifiek op mannen of vrouwen richten. Bijvoorbeeld door een vacature voor een 'timmerman' aan te passen naar 'timmerlieden', zodat deze aantrekkelijker is voor een bredere doelgroep. Dit voorbeeld toont aan hoe subtiele veranderingen in taalgebruik kunnen bijdragen aan het doorbreken van genderstereotypen in de arbeidsmarkt.
Deze voorbeelden laten zien hoe verschillende gemeenten en organisaties werken aan een gendersensitief beleid door rekening te houden met de specifieke behoeften en uitdagingen van mannen en vrouwen in het participatie- en re-integratietraject.